rood boekje

Impliciet meten is weten?

Publicatiedatum: 19 | 11 | 2014
Delen:
Publicatie nummer:67
Publicatie auteur(s):Lisa Vandeberg

 

Onderzoekers en merkmanagers lijken in toenemende mate op impliciete methoden te vertrouwen en vragenlijst onderzoek te wantrouwen. Expliciet meten door respondenten vragen te stellen maakt steeds meer ruimbaan voor meetmethoden zoals fMRI/EEG, eyetracking, huidgeleiding en hartslag, maar ook reactietijden. Met deze impliciete methoden is het niet nodig dat proefpersonen bewust nadenken. Dit is een voordeel, want uit onderzoek blijkt dat mensen slecht zijn om te benoemen wat ze ervaren. Toch bieden impliciete maten niet altijd soelaas, en zijn ze in veel gevallen omslachtig. Deze publicatie geeft antwoord op de vragen:

  1. Hoe worden mensen beïnvloed?
  2. Wanneer geeft expliciet bevragen een vertekend beeld van deze invloed?
  3. Hoe kan impliciet meten in die gevallen een oplossing zijn?

Theoretische onderbouwing
Onbewuste beïnvloeding vindt plaats als gedrag gestuurd wordt op een manier waarin mensen geen inzicht hebben. Dit treedt op drie niveaus op: verwerking (onbewust van hoe de omgeving gedachten, gevoelens of gedrag losmaakt), proces (onbewust van de psychologische processen die in gang worden gezet door de omgeving) en gedrag (onbewust van het gedrag dat men vertoont). Associatieve netwerken en priming theorie worden toegepast om uit te leggen hoe verwerking onbewust en bewust kan verlopen. De conclusie is dat voor onbewuste processen alleen impliciete maten geschikt zijn, voor bewuste processen zijn expliciete en impliciete maten beide geschikt.

Impliciete maten worden ingedeeld in cognitieve maten (aandacht, informatieverwerking, begrip, geheugen, kennis) en affectieve maten (emoties, attitudes, evaluaties, voorkeuren en arousal) en in maten die verwerking (psychofysiologische maat) meten, ofwel het proces (gedragsmaat) meten. Een stroomdiagram maakt dit inzichtelijk.

Praktische implicaties

  • Impliciete maten zijn het meest geschikt voor onbewuste processen, voor bewuste processen kunnen zowel expliciete als impliciete maten gebruikt worden.
  • Een stroomdiagram helpt bij het kiezen van de juiste affectieve of cognitieve en psychofysiologische en gedrag meetmethode.
  • Een heilige graal voor de beste maat bestaat niet. Laat je niet leiden door sexy methoden, maar kies de beste maat bij de onderzoeksvraag.

Deze publicatie geeft concrete spelregels, tips, stroomschema’s, tabellen en suggesties voor een juist gebruik van impliciete meetmethoden. De publicatie is een geschikt naslagwerk voor het opzetten van onderzoeksvragen en -designs. Wil je ook toegang tot dit concrete naslagwerk, bestel dan hieronder de publicatie. Nog geen begunstiger? Klik hier voor de mogelijkheden.

Als begunstiger kun je de publicatie bestellen. Log in om de publicatie te bestellen.