Als je snel luistert, lijkt het soms alsof een spreker iets anders zegt dan wat je in eerste instantie lijkt te horen: denk aan een ‘Mama Appelsap’, Laurel vs. Yanny, of een homofoon. Bij een homofoon hebben twee woorden een verschillende spelling, maar dezelfde uitspraak, zoals ‘mail’ vs. ‘meel’ of ‘reizen’ vs. ‘rijzen’ in het Nederlands, en ‘bye’ vs. ‘buy’ of ‘grate’ vs. ‘great’ in het Engels. In advertenties kunnen homofonen soms als prime werken, bijvoorbeeld wanneer een ‘eis’ je aan ‘ijs’ doet denken. Hoe werkt dat precies? En wat kun je er tegen doen? Lees verder
Eerder deze maand lanceerde Nike haar nieuwe ‘Dream Crazy’-campagne[1], waarin de American Footballspeler Colin Kaepernick de hoofdrol speelt. Kaepernick is momenteel zonder club in de NFL, vanwege zijn knievallen tijdens het Amerikaanse volkslied als protest tegen (raciaal gemotiveerd) politiegeweld. De Dream Crazy-campagne bleek sterk polariserend. Waar sommige consumenten uit woede hun Nike kleding verbrandden, staken anderen juist de loftrompet. En waar de koers van het aandeel Nike eerst daalde – maar nu weer stijgt – steeg de online verkoop juist meteen al. Wat doet het opnemen van een activistische sporter in een campagne met de merkreputatie? En maakt het uit of dit een centraal figuur is als Kaepernick, of een sporter die zijn steun voor anderen uitspreekt, zoals golfer Tiger Woods? Lees verder
Adverteerders proberen vaak door het gebruik van humor of seksistisch stereotypen hun campagne onder de aandacht van hun doelgroep te brengen. Dit soort campagnes kunnen echter ook weerstand oproepen en consumenten motiveren om een klacht in te dienen bij een onafhankelijk adviesorgaan als de Reclame Code Commissie. Maar hoe beoordelen de leden van zo’n adviesorgaan deze klachten van consumenten? Lees verder
Veel reclames maken gebruik van kleine visuele raadsels die de consument moet oplossen om de printadvertentie te kunnen begrijpen. Zo moet de kijker van een Audi-reclame herkennen dat er een visuele vergelijking wordt gemaakt tussen de wimpers van een vrouw en de snelheidsmeter van de auto. Hiermee wordt gesuggereerd dat de auto vergelijkbaar is met een aantrekkelijke vrouw. Maar in hoeverre worden dit soort visuele puzzels begrepen door de consument?Lees verder
Wat is waar? Met de grote hoeveelheid informatie die we dagelijks via (sociale) media ontvangen, wordt het steeds moeilijker om waarheid van onzin te onderscheiden. Veel media gebruiken dan ook factcheckers om het publiek hierbij te helpen. Bekend zijn de Truth-O-Meter van de Amerikaanse site PolitiFact, de Pinokkio’s van de Amerikaanse krant Washington Post (waarbij geldt: hoe meer Pinokkio’s een uitspraak krijgt, hoe groter de leugen), en de rubriek “Klopt dit wel?” uit de Volkskrant. Maar vinden deze factcheckers ook hun weg naar het publiek? Lees verder
Veel merken gebruiken apps om hun doelgroep te bereiken. Maar veel apps bereiken hun doel niet omdat ze niet tot nauwelijks worden gedownload. Deze apps worden ook wel ‘zombie apps’ genoemd. Een eerste voorwaarde om van een merkgerelateerde app een succes te maken, is natuurlijk dat consumenten de app op hun smartphone of tablet downloaden. Maar hoe beslissen consumenten precies of ze een app willen downloaden?Lees verder
Technologische ontwikkelingen in de filmbranche hebben tot een toename in 3D-films geleid. Zo worden (verwachte) blockbuster als Star Wars: The Force Awakens, The Martian en Batman v Superman bijna standaard in 3D uitgebracht. Consumenten met 3D-tv’s kunnen ook thuis van 3D-films genieten. En met 4D staat de volgende vernieuwing voor de deur. Deze technologische ontwikkelingen veranderen ongetwijfeld het kijkproces. Maar beïnvloeden ze ook de effectiviteit van product placement binnen deze films?Lees verder
Merken gebruiken vaak metaforen in hun communicatie. Denk bijvoorbeeld aan slogans als “Stop een tijger in je tank” (Esso). “De stok die zijn wij. De ladder die bepaal jij” (NCOI) of aan afbeeldingen als de bovenstaande waarin auto’s van het merk Volkswagen worden gepresenteerd als rode bloedcellen. De overtuigingskracht van zo’n metafoor kan verschillen. Sommige metaforische advertenties kunnen erg overtuigend zijn, terwijl andere dat niet zijn. Wat is het recept voor een succesvolle metafoor?Lees verder
In haar nieuwste reclame stelt de Nederlandse Spoorwegen haar kijkers de vraag “Waar ga jij naartoe vandaag?”. En Calvé vraagt zich in haar klassieke reclames af wie er niet groot geworden is met het betreffende merk pindakaas. De merken gebruiken hier dus een vraagzin in hun productslogan. Maar is dat eigenlijk wel een verstandige keuze? Of kun je als merk beter gewoon zeggen waar het op staat? Lees verder
Veel supermarktmanagers geven hun vakkenvullers de opdracht om, op gezette tijden, de producten in de vakken te spiegelen. Dit betekent dat de vakkenvuller de producten naar voren haalt en netjes in het vak plaatst. Zelfs als er dan nog maar weinig producten over zijn, wordt bij de consument de illusie gewekt dat het betreffende vak volledig gevuld is. Maar is dit spiegelen een goed idee? Lees verder