Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is tegenwoordig een belangrijke factor in het bedrijfsleven. Bedrijven verwachten dat “goed doen” leidt tot “beter presteren.” Tegelijkertijd maakt MVO bedrijven kwetsbaarder; negatieve publiciteit over de maatschappelijke betrokkenheid van een bedrijf, kan leiden tot negatieve reacties.
In een tijd waarin iedereen online zijn mening kan delen ligt het gevaar van een social mediastorm op de loer. De geaccepteerde overtuiging binnen crisiscommunicatie en online mediastormen is dat merken zouden moeten focussen op het sussen van de aanval van critici, het onderdrukken van de negatieve impact en het voorkomen van escalatie.
Webcare heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Vrijwel alle organisaties in Nederland monitoren het web op consumenten-berichten (eWOM) met de intentie erop te reageren. Wel antwoorden is beter dan niet antwoorden, is normaal gesproken de vuistregel. Maar: soms is het beter om je mond te houden.
In augustus lanceerde de Stichting Reclame Code de campagne ‘#Ad Herken de reclame op internet’ om de aandacht te vragen voor het belang van transparantie rondom reclame op sociale media. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een hashtag inderdaad consumenten kan helpen reclame te herkennen [1],[2] . Maar, #Ad is zeker niet de meest effectieve hashtag. Dit komt voornamelijk doordat hij moeilijk te begrijpen is: het is een afkorting waar niet iedereen bekend mee is, niet erg expliciet over de relatie tussen merk en influencer, en is klein en dus makkelijk over het hoofd te zien. Lees verder
Vandaag de dag wijkt het uitgangspunt van branding binnen de publieke organisatie enorm af van commerciële organisaties. Terwijl commerciële merken vooral streven naar differentiatie en uniciteit, proberen publieke organisaties juist vaak herkenbaar, relevant en daarmee meer vergelijkbaar voor hun doelgroep te zijn. Maar is dit nu wel verstandig om te doen voor organisaties binnen de publieke sector?Lees verder
Ondanks dat Facebook in 2018 beloofde zich meer te richten op ‘betekenisvolle interacties’, blijven advertenties naast content van vrienden en familie een zeer zichtbaar fenomeen op onze newsfeed. Na incidenten zoals het Facebook-Cambridge Analytica data schandaal, maken mensen zich steeds meer zorgen over de negatieve impact van door algoritmes-gedreven advertenties. Maar zijn deze zorgen gegrond? Lees verder
Steeds meer politici wagen zich aan de visuele wereld van Instagram. Het sociale medium leent zich uitstekend voor politici om zich persoonlijk te presenteren. Het is dan ook geen nieuws meer: een overvloed aan enthousiaste reacties op een foto van Jesse Klaver – fractievoorzitter van GroenLinks – met zijn kinderen. Maar, wat doen deze privékiekjes eigenlijk met onze stemintentie?
Merknamen zijn er vandaag de dag in allerlei soorten en maten. Het gaat hierbij niet alleen over de merknaam zelf, maar ook om de schrijfwijze van de merknaam. Merknamen kunnen bijvoorbeeld verschillen in het gebruik van wel of geen hoofdletters.
Waar onderzoekers en marketeers voorheen gebruik moesten maken van dure en tijdrovende surveys, delen consumenten tegenwoordig hun merkevaluaties vrijwillig en publiekelijk op social media. We hebben ons er allemaal wel eens schuldig aan gemaakt – het plaatsen van een merkgerelateerde afbeeldingen op social media van bijvoorbeeld een avondje uiteten met hashtags als #foodporn, #instafood en #instagood.
De opkomst van social media heeft ervoor gezorgd dat negatieve uitingen over een merk een veel grotere schaal aan kunnen nemen dan voorheen. Het merk Nike heeft dit recentelijk ondervonden nadat de wereldberoemde basketballer Zion Williamson geblesseerd is geraakt door een gescheurde zool van zijn Nike-schoen. Als gevolg van dit incidentheeft Nike een groot aantal negatieve berichten over zich heen gekregen via social media. Deze grote hoeveelheid aan negatieve berichten – ook wel ‘social mediastorm genoemd – kunnen een grote bedreiging vormen voor de reputatie van het merk.